Mensen die lid zijn van een maatschappelijke organisatie hebben betere banen dan zij die niet deelnemen aan verenigingsleven. Dat blijkt uit onderzoek waarop Stijn Ruiter 13 maart 2008 promoveerde aan de Radboud Universiteit Nijmegen.

Meer verenigingen, meer voordeel
Dat lidmaatschap ook echt tot betere banen leidt en dus niet enkel andersom (dat mensen met betere banen vaker lid zijn van verenigingen, hetgeen óók het geval is), kon Ruiter aantonen doordat hij de ruim 1.500 respondenten uit de Familie-enquête Nederlandse Bevolking 2000, door de tijd volgde. Ze bleken de betere baan te krijgen nadat ze zich gingen inzetten voor een organisatie. Bovendien namen de voordelen (hoger inkomen en meer status) ook toe naarmate ze van meer verenigingen lid werden. ‘Globaal kun je zeggen dat mensen per lidmaatschap vijf procent meer inkomen verdienen', aldus Ruiter.

Starters die vrijwillligerswerk doen, hebben meer kans
Daarbij maakt het niet uit of ze ook vrijwilligerswerk doen voor die organisatie. Tenzij het om een eerste baan gaat: starters die vrijwilligerswerk doen hebben een grotere kans op een baan met een hoge status dan starters die dat niet doen.

Groter netwerk
Ruiter verklaart de voordelen voor maatschappelijk actieven uit het grotere netwerk dat het lidmaatschap hen oplevert. ‘Je ziet ook dat het voordeel toeneemt naarmate de vereniging meer leden op hogere posities heeft. Lidmaatschap van organisaties als Amnesty of een politieke partij, levert meer op dan lidmaatschap van de buurtvereniging. Maar die buurtvereniging brengt nog altijd meer op dan geen lidmaatschap.' 

 
U kunt het proefschrift hier downloaden (alleen voor abonnees)