verkiezingsprogramma's en verenigingen

Wat staat er over verenigingen in de verkiezingsprogramma’s? Misschien niet bepalend voor uw stem, maar toch interessant voor verenigingen. DNA heeft de conceptprogramma’s van de tien partijen die het hoogst staan in de peilingen bekeken en zet het op een rij.

Zeggen politieke partijen iets over verenigingen in hun verkiezingsprogramma’s? Hoe vaak nemen ze het woord vereniging in de mond en wat zeggen ze dan? We gaan van minste naar meeste inzet op verenigingen.

0 - 50 Plus en PVV
Zowel 50PLUS als de PVV noemen het woord verenigingen niet een keer.

1 - SP
De SP noemt één keer het woord vereniging en wel met de volgende zinsnede. “Woningcorporaties worden verenigingen zonder winstoogmerk waar de huurders het voor het zeggen hebben. Zij gaan samen bepalen waar de huurgelden aan worden besteed”.

4- GroenLinks
In het conceptverkiezingsprogramma van GroenLinks gaat het 4 keer over verenigingen. Ze staan voor het ondersteunen van sportverenigingen (en de toegang tot verenigingen voor mensen met een kleine beurs) en muziekverenigingen, het stimuleren van vrijwilligerswerk bij verenigingen en het vergroten van kennis over het tegengaan van seksueel misbruik bij verenigingen.

5- Partij voor de Dieren
De Partij voor de Dieren noemt 5 keer het woord verenigingen in drie verschillende onderwerpen. Net als GroenLinks benadrukt de PvdD het belang van sportverenigingen en dat iedereen hier toegang toe moet hebben. Tevens legt de Partij voor de Dieren het verband tussen scholen en verenigingen en buurten en verenigingen om mensen zo meer zeggenschap te geven over hun directe leefomgeving.

7 - VVD
In het VVD concept verkiezingsprogramma komt het woord vereniging 7 keer voor. Vereniging komt voor in relatie tot het standpunt van de VVD dat zij niet per se een grote overheid wil. Gesteld wordt: “Die kracht van onszelf, ondersteund door een overheid die zorgt voor veiligheid, vormt het fundament van onze samenleving.” Ook wordt de vereniging genoemd als het gaat over opvang. En net als  GroenLinks is de VVD voorstander van sporten bij verenigingen door kinderen, vooral ook voor kinderen met een beperking en kinderen van ouders die de contributie niet kunnen betalen. VVD wil geld uit het Sportakkoord aanwenden voor gastlessen van sportverenigingen op scholen.

De VVD wil tevens ouderen de sociale omgeving bieden van de vereniging om eenzaamheid tegen te gaan en om betrokken te blijven bij onze maatschappij.

Vereniging komt ook voor als de VVD schrijft dat het financiering uit onvrije landen van stichtingen, verenigingen en religieuze organisaties wil tegengaan. En de politieke partij wil de mogelijkheid voor stichtingen en verenigingen beperken om te procederen uit naam van het algemeen belang om zo een politieke uitspraak te forceren.

8- D66
D66 heeft het 8 keer over verenigingen. Dit is in het verband van samenwerking tussen scholen en verenigingen. En studenten die als uitdaging actief worden bij verenigingen. D66 zet in op studenten(sport)verenigingen die voor alle studenten uit de stad toegankelijk zijn. “Obstakels die verenigingen ervaren bij het toelaten van diverse groepen studenten, zoals het gebrek aan financiering voor mbo-studenten of kunstacademiestudenten, halen we weg.

D66 spreekt zich uit tegen racisme en discriminatie. “Niet alleen bij de overheid, maar ook bij D66 als politieke vereniging.” Net als GroenLinks en de VVD wil D66 dat sporten en bewegen voor iedereen toegankelijk is, en wil de partij werken aan “een betere toegang van mensen met een beperking tot sportverenigingen en helpen daarbij de verenigingsvrijwilligers”.

9- PVDA
De PvdA heeft het 9 keer over verenigingen. In het voorwoord staat dat verandering het resultaat is van mensen die zich inzetten voor elkaar en iets over hebben voor een ander, die zich verenigen en krachten bundelen in NGO’s, bij vakbonden en verenigingen.

Ze pleit voor basisbanen op de sportvereniging. “Toezicht houden, het clubhuis bemannen en de velden onderhouden zijn taken die vaak moeilijk te vervullen zijn bij sportverenigingen. Ondertussen zitten veel mensen ongewild thuis. Daarom komen er basisbanen op de sportvereniging.

De PvdA meldt dat fundamentele zekerheden als recht op verenigingsvrijheid goed vastgelegd moeten zijn in grondrechten. Tevens wil de partij investeren in verenigingen omdat dit een van de middelen is die integratie kan bevorderen. Ook de PvdA spreekt zich uit tegen discriminatie op verenigingen.

En de partij geeft, in het plan voor kunst, cultuur en media voor iedereen, aan dat ze vanuit het motto ‘Wie het kleine niet eert, is het grote niet weerd’ de dorpsfanfares, de lokale carnavalsvereniging en debatcentra koesteren.

13- ChristenUnie
De ChristenUnie is de partij die op een na het vaakst het woord vereniging heeft opgeschreven, namelijk 13 keer. Om te beginnen in de inleiding. Ze schrijft, net als de PvdA, dat verandering niet begint op het Binnenhof, maar bij gemeenschappen van betrokken mensen. “Wij willen daarom een overheid die bondgenoot is van families, gezinnen, straten, buurten, kerken, ondernemingen en verenigingen.”

Net als de PvdA verwijst ook de ChristenUnie naar de fundamentele vrijheden, zoals de vrijheid van vereniging, die niet mag worden aangetast.

Bezittingen van bijzonder publiek belang, zoals een buurthuis of een speelveldje, mogen niet worden verkocht of gesloten voordat lokale gemeenschappen, buurten en verenigingen in de gelegenheid zijn gesteld om het gebouw of speelveldje en de bijbehorende maatschappelijke functie over te nemen, aldus de ChristenUnie.

Ook als het gaat om integratie komt het standpunt van de ChristenUnie overeen met dat van de PvdA. “Kerken, verenigingen, maatschappelijke organisaties en bedrijven worden in staat gesteld om vluchtelingen die in aanmerking komen voor een uitnodiging te ‘adopteren’, zodat zij hier een goede start kunnen maken. Er is een lokale aanpak nodig, met kleinschalige opvang op een duurzame plek, onder verantwoordelijkheid van gemeenten.”

Onder het hoofdstuk Zorgzame samenleving schrijft de ChristenUnie: “Nederland is nog altijd rijk aan sociaal kapitaal, in gezinnen, kerken, verenigingen, buurten, dorpen en steden. De afgelopen jaren zijn door het hele land nieuwe maatschappelijke initiatieven ontstaan. Mensen richten bijvoorbeeld een coöperatie op om zorg, welzijnswerk, onderwijs of jongerenwerk voor hun dorp te behouden. We willen dat de overheid meer op de veerkracht van de samenleving vertrouwt en die beter benut. Wij willen een andere visie op de samenleving en op de mens: een zorgzame samenleving waarin mensen omzien naar elkaar.”

Bij het onderwerp sport en bewegen geeft de ChristenUnie aan de inzet van vrijwilligers bij de vele sportverenigingen die Nederland rijk is te waarderen.

In het onderdeel meer bescherming rond het begin van het leven maakt de ChristenUnie melding van het starten van een effectieve campagne voor het voorkomen van ongewenste zwangerschappen, door middel van gerichte voorlichting via scholen, verenigingen en (culturele) gespreksgroepen.

De ChristenUnie zet in op zorg dichtbij de mensen, in de regio en stelt: “miljoenen mensen zijn nog lid van hun voormalige ‘Kruisvereniging’ in de thuiszorg en zijn vaak vrijwilliger bij de huidige verpleeghuis- en thuiszorgaanbieders. Als de zorgmedewerkers en –bestuurders in een regio elkaar snel weten te vinden en hun patiënten/ cliënten goed kennen, geeft dat eigenaarschap, betrokkenheid en verantwoordelijkheidsgevoel.

Gezondheid is voor de ChristenUnie een thema waar verenigingen een rol spelen. “Gezonde keuzes moeten gemakkelijker en normaler worden. De overheid neemt algemene preventiemaatregelen, daarnaast is inzet van ouders, (jeugd)artsen, bedrijven, sportverenigingen en scholen nodig.” En in het onderwijs willen zij de ouderbetrokkenheid vergroten en de samenwerking tussen ouders en leraren versterken. Ouderverenigingen krijgen weer subsidie.

17-CDA
Koploper als het gaat om het noemen van het woord vereniging is het CDA. In het concept partijprogramma komt het woord 17 keer voor. Al in de inhoudsopgave staat dat er een paragraaf is genaamd, Een veilige samenleving van vrijwilligers, verenigingen en coöperaties.
Het CDA wil dat scholen, bedrijven en verenigingen vaker een beroep doen op ouderen om als vrijwilliger, coach of mentor hun kennis en ervaring te delen met jongere generaties.
Verder wil de partij bekende sporters inzetten als ambassadeur voor een gezonde levensstijl en gaan ze sportverenigingen meer betrekken bij het preventiebeleid.

In de paragraaf over een verantwoordelijke samenleving van vrijwilligers, verenigingen en coöperaties staat: “De voorbeelden zijn inspirerend: de inkoopvereniging, waar mensen met elkaar dagverse producten inkopen bij boeren in de omgeving; de broodfondsen voor zelfstandigen; en de mensen die met elkaar een buurtsuper of het dorpscafé openhouden.” Zij roemen de inzet van vrijwilligers ook bij verenigingen, in oude en in nieuwe vormen. Nieuwe vormen zoals het clubje dat elke week met elkaar hardloopt, communities op het internet of het WhatsApp-groepje van buurtbewoners die elkaar waarschuwen voor onveilige situaties. Ook deze nieuwe vormen zijn onderdeel van de coöperatieve samenleving, aldus het CDA. Ze laten zien dat niemand voor zichzelf leeft, maar altijd in verbinding met de mensen om ons heen. In de ambitie ruimte te geven aan de coöperatieve samenleving wil het CDA maatschappelijke organisaties stimuleren om zich om te vormen tot een vereniging, waarbij de zeggenschap bij de leden ligt.

In het onderdeel sport schrijft het CDA dat sport maatschappelijk goud is, dat we moeten verzilveren. Het verbindt mensen en is gezond. “Wij versterken verenigingen en het verenigingsgevoel en willen meer voorzieningen voor sport en beweging in de openbare ruimte.

Het CDA koestert de vereniging en vergelijkbare rechtsvormen als bron van maatschappelijk initiatief voor branches, beroepen en vrijwilligers- activiteiten. “We zorgen ervoor dat ook kleinere verenigingen bestaansrecht houden en voldoende bestuurders kunnen aantrekken.

Bij het onderwerp duurzaamheid en klimaat schrijft het CDA dat ze lokaal en regionaal maatschappelijk vastgoed (verenigingen, scholen, cultureel erfgoed, buurthuizen en oefenlokalen) actief gaan ondersteunen en ontzorgen in de energietransitie.

Het CDA zet onder kunst en cultuur in op het voorkomen dat de crisis leidt tot blijvende schade in de culturele sector en het rijke verenigingsleven in ons land. Na de crisis wil het CDA ervoor zorgen dat  ook makers, instellingen en gezelschappen in de culturele sector de draad weer op kunnen pakken en de samenleving weer kunnen verrijken, verrassen en vermaken. “Een herstelplan voor de hele sector moet zowel de professionals als de amateurverenigingen er bovenop helpen.”