Op 9 mei 1950 legde Robert Schuman, de Franse minister van buitenlandse zaken, een verklaring af waarin hij voorstelde een Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal op te richten, om interne vrede te verzekeren via het bundelen van economische krachten. Frankrijk, West-Duitsland, Italië, Nederland, België en Luxemburg traden toe. Bijna 75 jaar later blijft 9 mei de dag van Europa. Steeds meer landen zijn toegetreden en de missie is uitgebreid. Ook Theo Neyenhuis, adviseur Public Affairs bij NOC*NSF, is bijna dagelijks bezig met Europese aangelegenheden, al neemt de Dag van Europa, op 9 mei, niet heel van zijn tijd.
Europese waarden
Neyenhuis: “De dag van Europa gaat over het uitdragen van de Europese waarden. Natuurlijk staan wij wel achter doelen als sociale inclusie. Maar het uitdragen van de Europese waarden is iets wat de Europese Commissie het best zelf kan doen. Wij zijn op dit moment meer bezig met de aanloop naar de Europese verkiezingen op 6 juni en uiteraard met de Olympische Spelen. We hadden bijvoorbeeld een verkiezingsbijeenkomst met 6 kandidaten over sport in Europa. Dat was een leuke bijeenkomst met een dynamisch gesprek. Die hadden we georganiseerd samen met kenniscentrum Sport en Bewegen. Het ging er om Europa dichterbij te halen – voor het kenniscentrum – en sport onder de aandacht te brengen van de politiek – voor ons.”
Politiek kleurloos
“Rond sport bestaan weinig politieke tegenstellingen, sport is politiek kleurloos, maar dat maakt ook dat partijen zich niet op sport profileren en dat sport weinig aandacht krijgt in verkiezingsprogramma’s. Onze campagne is dan ook ‘Sport gaat niet vanzelf’. Hoe belangrijk de meeste politici sport ook zeggen te vinden, uiteindelijk valt de echte investering in sport vaak tegen, dat zagen we heel duidelijk in de coronatijd. Dat is voor de sport de uitdaging. Nationaal werken we breed samen met verschillende partijen om investeringen in de sport op tafel te houden, zo hebben we intussen een tweede nationaal sportakkoord. In Europa is het nog lastig.”
Indirect
“In het Europese beleid is er eigenlijk geen echte directe aandacht voor sport. Het zit ergens weggestopt in een portefeuille voor jeugd en cultuur. Toch heeft Europese wetgeving wel veel gevolgen voor de sport en de sportverenigingen. Denk aan de AVG, of de maatregelen rond fraude en witwasbestrijding. De regels voor grote bedrijven en kleine, lokale verenigingen zijn hetzelfde, maar de impact is voor deze verenigingen enorm. Jeugdteams durven geen foto’s meer te maken en te delen sinds de AVG en lokale sportverenigingen hebben heel veel moeite om een bankrekening te openen. We moeten bij alles wat er wordt bedacht proberen onder de aandacht te krijgen wat de impact op de sport is van voorgenomen regels.”
Koepels
“Zelf ben ik niet meer dagelijks aanwezig in Brussel, maar ik ben er wel veel mee bezig. Onze lobby in Brussel loopt vooral via de koepels, het Europees Olympisch Comité en de ENGSO, de koepel voor de georganiseerde breedtesport, daar zit ik zelf in het bestuur. Ons doel is om de sport meer te betrekken bij het tot stand komen van regels, niet alleen de sectoren. We moeten bijvoorbeeld nu bij de aanloop naar de verkiezingen de kandidaten echt helpen om te ontdekken wat de link is tussen Europa en sport. Sport is bijvoorbeeld ook een aspect van sociale inclusie en gezondheid. Een ander voorbeeld is de regelgeving rond Natura 2000 gebieden. Dat brengt het weghouden van sportevenementen uit de natuur met zich mee. Maar is dat echt wat we willen? Bewegen in de natuur verbindt mensen ook met de natuur.”
Verwachting
Wat verwacht je van de Europese verkiezingen? “We hebben meer te winnen dan te verliezen, bij welke uitslag dan ook. Sterkere polarisatie zal Europa niet sterker maken. In Europa gaat alles langzaam en dat wordt nog langzamer als besluitvorming moeilijker gaat. Sport is een afspiegeling van de samenleving net als de verkiezingsuitslagen, daar zit niet veel licht tussen. Wij werken vanuit de kracht van de sport, ons verhaal gaat niet veranderen bij andere politieke verhoudingen.”
Tips
Theo Neyenhuis heeft intussen heel wat ervaring in Europa. Zijn tips?
- Blijf dicht bij jezelf. Speel wel in op het politieke klimaat, maar je hoeft niet helemaal mee te bewegen. Je kunt niet bij elke politieke verschuiving je verhaal helemaal aanpassen.
- Kijk vooruit. Europa is een soort olietanker, die niet heel snel van koers verandert. In Europa gaat niets snel, je moet jarenlang vooruitkijken, maar het is wel belangrijk.
- Realiseer je dat 80% van de nationale wetgeving uit Europa komt. Om een volwaardig gesprekspartner te zijn voor je nationale overheid, moet je je ook met Europa bezighouden.
- Samenwerken is heel belangrijk, maar het is vaak lastig om de goede samenwerkingen die je nationaal hebt opgebouwd direct naar het Europese te vertalen, de lobby gaat meestal via de koepels.
- Zorg dat je ook zelf weet wat er gebeurt en kijk verder dan alleen de wetgeving. Nederlandse organisaties laten heel wat Europese subsidies liggen. Kijk ook eens naar bijvoorbeeld programma’s met awards. Ik zie soms geen Nederlandse kandidaten terwijl ik hele goede voorbeelden ken. Dit soort programma’s voor subsidies en awards brengen je in contact met Europese partners en dichter bij de commissie.