terug naar overzicht
horen wij bij elkaar?

Margreet Plug is directeur-bestuurder van brancheorganisatie Goede Doelen Nederland. Net als elke vereniging heeft zij wel eens te maken met belangentegenstellingen tussen leden. Hoe kun je die met elkaar verbinden? Ze deelt graag haar ervaringen met andere verenigingen tijdens haar kennissessie op het Verenigingscongres. 

Elke vereniging heeft ermee te maken dat de belangen van leden verschillen. Zelfs in een schijnbaar enorm homogene vereniging kunnen belangentegenstellingen ontstaan door verschil in hun eigen focus en omstandigheden of doordat de een zich niet gezien of begrepen voelt door de ander. Wat doe je als de verschillen echt lijken te gaan over de inhoud, over standpunten en acties. Wat kun je doen als leden de vraag stellen: horen wij wel bij elkaar? 

Waarden delen 

Margreet Plug: “Ook wij hebben heel verschillende organisaties met heel verschillende idealen. Die kunnen wel tegenover elkaar staan. Daar zijn wij ons van bewust en daar zijn onze leden zich van bewust. Een goed voorbeeld bij ons is dat sommige goede doelen, bijvoorbeeld meer activistische natuur- en milieuorganisaties er wel eens voor kiezen om een procedure tegen de overheid aan te spannen. Sommige andere leden vinden dat te ver gaan, ze denken dat het ons imago geen goed doet. Ook in Den Haag krijgen we de vraag: moet je dat wel doen? Maar wij hebben als vereniging geen oordeel over deze keuze van de leden. Wij zeggen dan: er ligt hier een democratische waarde aan ten grondslag, namelijk dat je naar de rechter kunt stappen als je van mening bent dat de overheid zich niet houdt aan wet- en regelgeving. Die waarde deel je met elkaar.” 

Normen stellen en ontwikkelen 

Plug: “Als een lid iets doet dat niet door de beugel kan, hebben wij een externe toezichthouder, het CBF, die kan ingrijpen. Goededoelenorganisaties die bij ons zijn aangesloten stellen zichzelf vrijwillig onder toezicht. Het is een verplichting voor het lidmaatschap. Je kunt je wel al aanmelden als aspirant-lid als je dat nog niet hebt gedaan, dan helpen we een lid om te voldoen aan de normen die van toepassing zijn zodat het CBF het keurmerk na toetsing kan verstrekken (de CBF-Erkenning). Het CBF controleert vervolgens periodiek en wanneer zij denkt dat dit nodig is. In het stelsel hebben we naast de toezichthouder CBF en wijzelf, de brancheorganisatie, ook een onafhankelijke Commissie Normstelling die de normen maakt. Normstelling en toezicht zijn in onze sector dus gescheiden. Via de Raad voor de Erkenningsregeling blijven we met elkaar in gesprek over de vraag waaraan je als een erkende goededoelenorganisatie moet voldoen.” 

Het gesprek starten 

Zoals in de meeste verenigingen is het ook bij Goede Doelen Nederland niet moeilijk om leden met elkaar in gesprek te brengen om ervaringen te delen. Vaak zoeken ze elkaar zelf al op om dat te doen. Plug: “Onderling overleggen of afstemmen tussen leden hoef je als vereniging niet altijd te organiseren, dat gebeurt vanzelf wel. Je moet als vereniging wel het lef hebben om de lead te nemen als het gaat om het bespreken van de moeilijkere onderwerpen met elkaar. Dat is bij uitstek de rol van de vereniging.  Als er een belangentegenstelling naar boven komt, zetten we die bijvoorbeeld op de agenda bij het directeurenoverleg, dat overleg is er elk kwartaal. Dat is juist het mooie van een vereniging zijn, je voert de gesprekken met elkaar. Je moet niet te voorzichtig zijn, dat spel is heel belangrijk in een vereniging.” 

Vereniging of goededoelenorganisatie 

Patrick van Veen, gedragsbioloog en spreker op het Verenigingscongres, houdt verenigingen voor dat samenwerken begint bij uitnodigen om te helpen en niet met verleiden via eigenbelang. Dat zouden goededoelenorganisaties dan juist goed begrijpen. Plug: “Het mooie van goededoelenorganisaties is dat zoveel mensen in Nederland erbij betrokken zijn, dat mensen op zoveel verschillende manieren bij kunnen dragen en dat je aan meer doelen je steun kunt geven, tegelijkertijd of om de beurt. Goededoelenorganisaties verbinden mensen met heel verschillende meningen en overtuigingen. Dat klopt zeker. Als verenigingsmanager zou ik niet zomaar zeggen dat je vooral moet uitnodigen om te helpen. Het is goed als iemand iets komt brengen én halen, het hangt met elkaar samen. Als je ergens als lid actief aan bijdraagt wil je iets doen voor de sector en breder denken, maar je mag het ook leuk vinden om mee te doen en er zelf iets aan hebben.” 

Benieuwd naar het hele verhaal? Tijdens het Verenigingscongres verzorgt Margreet Plug een inspirerende kennissessie over hoe je een vereniging democratisch houdt, leden met uiteenlopende standpunten verbindt én een platform blijft waar iedereen zich gehoord voelt. Meld je snel aan deze link.