op naar een moderne lobbyrelatie met de achterban

Hoe laat je leden meelobbyen? Dat is de kernvraag van deze blog van Erik van Venetië. Erik is adviseur in lobbyen en trainer voor bedrijven, overheden, brancheorganisaties en verenigingen op het gebied van public affairs, stakeholder management en communicatiestrategie. Ook is hij sterk verbonden met DNA. Regelmatig deelt hij zijn inzichten en geeft hij een college aan de DNA academie. 

Lobbyen is van oudsher een kerntaak van brancheorganisaties. Ooit riepen bedrijven in dezelfde sector hun gezamenlijke belangenbehartiger in het leven, omdat ze zelf de lobbycapaciteit en de -kennis misten of omdat ze om reputatieredenen niet in beeld wilden komen bij politici en ambtenaren. ‘Zelf lobbyen? Nee. Dat doet de branche voor ons’.  Maar dat was ooit. Die tijd is voorbij.

De branche- en beroepsvereniging verliest gaandeweg het monopolie op de lobby. Ik zie het de afgelopen jaar bij veel verenigingen gebeuren. Leden hebben meer behoefte zelf te lobbyen. En geef ze eens ongelijk. Waarom zou een branchevereniging krampachtig de eenheid willen bewaren? Die tijd is ook voorbij.  

Hoe is dat zo gekomen?

Eerst een algemene trend. Bedrijven, verenigingen, burgers, bewoners, gedupeerden, actievoerders, iedereen lobbyt mee. Dat verschijnsel zie je overal in lobbyland, ook internationaal. Lobbyen is niet langer alleen elite business, maar ook people business. Ook in de wereld van branche- en beroepsverenigingen zie je dat.  

Den Haag heeft een blinde vlek voor hoe het Haagse beleid uitwerkt in de praktijk. De vraag naar een betere kwaliteit van de uitvoering groeit. Die vraag kunnen de leden zélf beantwoorden. Zij kennen de barre praktijk het beste. 

Omdat complexe issues en regelgeving waar leden mee te maken hebben steeds meer raakvlakken hebben met andere sectoren, groeit de noodzaak om samen te werken met overheden, bedrijven en verenigingen. Omdat het ene lid meer last heeft van ingewikkelde regelgeving dan het andere, kan de samenstelling van die coalities per lid verschillen. 

Dan de maatschappelijke verantwoordelijkheid. Individuele bedrijven of organisaties worden meer aangesproken op hun bijdrage aan het oplossen van maatschappelijke vraagstukken. Klopt het handelen van deze onderneming of organisatie nog wel? Doen ze genoeg aan duurzaamheid, aan de kwaliteit van de werkomstandigheden, aan de contacten met de bewoners in de buurt? Hoe open en eerlijk communiceren ze erover? Omdat hun reputatie ook afhangt van hun maatschappelijk verantwoordelijkheid hebben ze meer behoefte om zich individueel te profileren bij hun stakeholders, in hun eigen gemeente, in de provincie. 

Die lokale contacten roepen nieuwe landelijke wensen op. De leden willen meer zicht op de issues waarvoor de branche lobbyt, ze vragen om meer pro-activiteit en minder waan-van-de-dag, ze willen meer invloed op de lobbyboodschap en ze wensen resultaten te zien. Omdat ze daar ‘thuis’ ook op worden aangesproken.  

Tijd dus om je ledenstrategie aan te passen: op weg naar een moderne lobbyrelatie met de achterban. 

Hoe laat je je leden meelobbyen? 

Dat kan op verschillende manieren. Ik geef een overzicht van zes vormen die ik in mijn adviespraktijk bij brancheverenigingen tegenkom.  

De dialoog met de leden op de achtergrond. Eerst de meest lichte vorm. Leden denken mee met de directie en de medewerkers van het bureau over lobbyprioriteiten en aanpak, zonder dat ze zelf naar buiten gaan om te lobbyen. Dat tweerichtingsverkeer gebeurt al in veel lobbycommunities, commissies en werkgroepen met de leden over specifieke onderwerpen. De branchevereniging onderhoudt wel zelf de externe lobbycontacten. 

Met de leden naar buiten. De variant met meer landelijke ledenzichtbaarheid. Een paar grote leden maken samen met het en het branchebureau een lobbystrategie en een lobbyboodschap waarmee ze vervolgens samen naar buiten gaan. Samen voeren ze de lobbygesprekken met een Haagse topambtenaar en een Kamerlid. Samen organiseren ze een werkbezoek bij dat ene lid. De gast, een politicus of ambtenaar, krijgt zo én het algemene brancheverhaal te horen én beleeft de praktijk bij het meelobbyende lid. Een ideale combinatie.  

De branche blijft bewust buiten beeld. De branche helpt de leden om solo of in groepjes te lobbyen, om het brancheverhaal aan te vullen met de praktijkverhalen. Zonder dat de branche in beeld is bij de ontvanger van de lobby. Steeds vaker is de lobby effectiever als de ontvanger de praktijk van de gewone bedrijven en de gewone mensen beleeft. Ik merk onder Haagse politici en ambtenaren een toenemende afkeer van ‘hoog-over-verhalen’ van brancheverenigingen en een toenemende vraag naar behapbare feiten, cijfers en ervaringen over hoe het overheidsbeleid in de praktijk uitwerkt. 

De branche helpt de leden met hun lokale en regionale lobby. Steeds meer verenigingen geven hun leden trainingen, toolkits en lobbyboodschappen om zelf in hun gemeente of regio te lobbyen. Die ondersteuning is nodig voor als er nieuwe wethouders en gemeenteraadsleden zijn aangetreden, zoals afgelopen voorjaar. En nodig in verkiezingstijd, zoals in de aanloop naar de Provinciale Statenverkiezingen in maart 2023.  

Leden gaan hun eigen gang. Leden lobbyen buiten de branche om, omdat hun belang afwijkt van de meerderheid van de andere leden. Dat kan in goede harmonie gaan. In de beste gevallen weet de branchedirectie ervan. Niks aan de hand, laat het lós. In minder gelukkige gevallen gebeurt het achter de rug van de branche om. Dan wordt het tijd voor een serieus gesprek met dat lid. 

Leden dagen de branche uit. Spannender is de extreme variant. De leden gaan bewust achter de rug van de branche om, uit onvrede, omdat ze zich niet door de branche vertegenwoordigd voelen. Met behulp van sociale media mobiliseren zij in een oogwenk een groep medestanders. We kennen de voorbeelden van de buitenom-lobby van beroepsgroepen. De boeren, de onderwijzers, de bouwers, de artsen, elk met hun eigen stijl. Soms activistisch en ondermijnend voor de branche, soms in stilte en constructief. 

Leden die de branche bewust negeren, het is de nachtmerrie van elke verenigingsdirecteur. Wist je dat het zou gebeuren? Hoe is het zo ver gekomen?Tijd voor zelfonderzoek

Groepen leden met eigen lobbywensen 

De leden verdienen een plek in iedere lobbystrategie. Een kunstmatige eenheid bewaren is niet meer van deze tijd. Vooroplopende branche- en beroepsverenigingen organiseren dat hun leden zelf actief lobbyen. Differentiatie in je achterban ligt voor de hand, elke groep leden met een eigen lobby. De vooruitkijkende vereniging helpt de leden daarbij.

 

De DNA academie start op 9 maart een training Lobby met als één van de docenten Erik van Venetië. Wil je hier meer over weten of jezelf aanmelden? Hier lees je meer.